Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

21/01/2013 - De HepIndex

De KCE studie 195A “Get Involved” was een logische keuze om deze maand te bespreken, want ‘betrokkenheid’ en ‘empowerment’ voor de patiënt zijn belangrijk in elk toekomstig zorgmodel. Maar mijn oog viel deze maand op een heel andere studie, die ook onontbeerlijke elementen levert voor een vernieuwend zorgmodel.

Met de “HepIndex” heeft het Health Consumer Powerhouse immers nog maar eens de weg getoond naar constructieve benchmarking en kwaliteitsverbetering in de (Europese) zorg. Dit verhaal gaat (onder meer) over het meten van zorg en resultaat, het leren van elkaar en populatiemanagement.

Het Euro Hepatitis Index Report
Het lijkt een taaie kluif om de 59 pagina’s van het “Euro Hepatitis Index Report” te lezen, maar het leert je ongelooflijk veel. Ongeveer 23 miljoen Europeanen leven vandaag met chronische hepatitis en zelfs in landen met een excellente strategie, wordt tot 40% van de gevallen niet gedetecteerd. Dat is gedeeltelijk te verklaren door het stigma dat op de ziekte rust en de betrokken risicopopulaties: druggebruikers, prostituees, kansarmen, enz.

Gezien de verontrustende cijfers is het logisch dat Europa deze ziekte en de manier waarop we ze opsporen en behandelen op een gestructureerde manier liet onderzoeken.  Het Health Consumer Powerhouse doet dit op uitstekende manier.

Het meest bekende product waarmee ze vroeger al eens het nieuws haalden, is de European Health Index. Maar ze produceerden ook bvb. de Swedish Health Consumer Index (2004) die toont hoe hun aanpak ook lokaal of regionaal toepasbaar kan zijn.

Het onderzoeksinstituut leverde alleszins geen droge wetenschappelijke kost af. Het is integendeel een document dat boeiende inzichten geeft over de aanpak van Hepatitis (in al zijn aspecten). Bekijk alleszins dit rapport samen met de website, die een nog veel grotere schat bevat aan bruikbare tools en achtergrondinformatie.

Specifieke indicatoren
De homepage van de site opent met een interactieve tabel die een overzicht geeft van de toestand in de diverse landen voor elk van de onderzochte aspecten. Het hart van dit onderzoek is deze ‘HepIndex’, die voor elk land meet hoe men omgaat met preventie, opsporen & screening, behandeling & toegang tot de zorg, nationale strategieën en resultaten. Voor elk van deze ‘subdisciplines’ werden 3 tot 8 specifieke indicatoren ontwikkeld en vergeleken. Elke indicator wordt duidelijk omschreven en je krijgt tips over wat je geacht wordt te doen om goed te scoren.

De indexen die het Health Consumer Powerhouse maakt zijn steeds op ditzelfde stramien gebaseerd. De opsplitsing in subdisciplines en specifieke indicatoren laat toe om elke van deze elementen meetbaar te maken. Je herkent daar meteen ook de contouren in van een coherente strategie. En de uiteindelijke resultatentabel geeft je een overzicht van waar je precies staat en waar je (in de kolommen links en rechts van jezelf) betere of minder goede voorbeelden kan vinden.

Sterke troeven van een bewuste strategie
In de eerste pagina’s van het rapport wordt meteen uitgelegd waardoor bepaalde landen goed scoren. Goede zorg voor Hepatitis C begint bij voldoende publieke en professionele aandacht, teneinde de last te verminderen die wordt veroorzaakt door onvoldoende (tijdige) diagnose. Gratis vaccinatie voor specifieke risicogroepen, gratis doelmatig gerichte screening, vlotte toegang tot werkzame antivirale middelen  zijn, samen met degelijke registers met vlotte dataverzameling, andere belangrijke troeven.

Men geeft er meteen nog enkele concrete tips bij: zorg voor degelijke strategieën en kennis in het hoofd van zorgverstrekkers, voldoende terugbetaling en aangepaste gezondheidseducatie bij de risicogroepen.

Vooral op de website, in het beschrijvende deel dat informatie geeft per subdiscipline en deelaspect, staat een schat aan informatie hoe je elk item best kan aanpakken. Zelfs voor wie alleen maar wat meer te weten komen over de globale aanpak van Hepatitis is deze site een aanrader.

Meten en leren van elkaar
Frankrijk staat in dit rapport op de eerste plaats met 872 punten, gevolgd door Slovenië (827 punten) en Duitsland (797 punten) . België staat pas 13de met 724 punten. We verliezen veel punten omdat we geen mogelijkheid hebben tot gratis en anoniem testen, geen hepatitis register, geen nationale (gefinancierde) strategie en te weinig outcome cijfers. Ook voor een reeks andere punten scoren we slechts middelmatig.

Deze index leert je dus in een oogopslag waar je sterktes en zwaktes liggen. In feite is de exacte plaats of het aantal punten dat je haalt niet het belangrijkst. Kijk eerder naar de manier waarop de diverse indicatoren omschreven worden en naar de relatieve resultaten in andere lidstaten. De omschrijvingen geven inzicht over de manier waarop de opstellers in casu naar de kwaliteit kijken. Je kan het er mee eens zijn of je kan er anders over denken. Maar in elk geval ben je op dat ogenblik met ‘meetbare kwaliteit’ bezig en daar draait het uiteindelijk om.

Een dergelijke benchmark is daarenboven niet zozeer een absoluut meetinstrument, dan wel een middel om de multidisciplinaire aanpak rond een ziekte in kaart te brengen, vergelijkingen mogelijk te maken en te leren van elkaar. Hoe en waarom scoort het ene land beter dan het andere? Op welke punten verschilt de aanpak? Hoe kunnen diverse zorgberoepen beter samenwerken? Wat kan de concrete rol zijn van patiëntenverenigingen of ziekenfondsen? Welke strategieën werken wel en welke niet? Zijn we in onze situatie misschien bepaalde subdisciplines vergeten?

Downscalen
Het systeem achter deze benchmark moet ons inspireren om ook onze eigen kwaliteit en resultaten meetbaar en vergelijkbaar te maken. In feite kan je deze aanpak immers perfect downscalen tot op het lokale of regionale niveau. Je zou er zelfs een systeem van kunnen maken waarmee een (lokale) groep apothekers of artsen hun performantie en resultaten in kaart brengen en vergelijken met andere groepen. Dat kan zowel voor het geheel van hun apotheek /praktijk als voor een welbepaalde ziekte of een project.

Net zoals bij de HepIndex kan je starten met het indelen van het proces in gelijkaardige ‘subdisciplines’. Maar je kan bij een totale kwaliteitsmeting starten vanuit een drietal andere soorten parameters, die respectievelijk infrastructuur, procedures en outcomes/resultaten omschrijven.

Vervolgens spreek je af welke ‘metrics’ (meetwaarden) je zou willen vergelijken en hoe je ze makkelijst meetbaar maakt. Je kan (liefst) kiezen voor gegevens die je rechtstreeks vanuit de praktijk capteert, maar je kan ook werken met een vragenlijst die je moet invullen en/of ‘scoren’. Het verzamelen en verwerken van deze gegevens tot overzichtelijke boordtabellen vraagt wel wat werk, maar je leert er veel uit.

Populatiemanagement
Een laatste, belangrijke toegevoegde waarde van deze aanpak bestaat uit de populatiegerichte aanpak. Daar zijn twee aspecten aan:

  1. Bij chronische zorg zullen we allemaal moeten leren om relevante patiëntengroepen te identificeren die een (risico op een) bepaalde pathologie vertonen en die we een (of meerdere soorten) zorgtraject(en) kunnen aanbieden. Dat is het grote verschil met acute zorg. Daar draait het om het probleem en de oplossing voor één patiënt.
    Zeker waanneer je het over preventie hebt, maar ook bij de nazorg en follow-up kan chronische zorg sterk aan efficiëntie en therapeutische resultaten winnen, wanneer je meteen patiëntenpopulaties in het vizier neemt.
     
  2. Kwaliteit meten tot op het niveau van de individuele zorgverstrekker of –patiënt is weinig zinvol. De factoren die het resultaat van een behandeling kunnen beïnvloeden zijn daarvoor vaak te volatiel, zeker wanneer ze afhangen van meerdere zorgverstrekkers of –instellingen, alsook wanneer het gedrag en de levensgewoonten van de patiënt een belangrijke impact kunnen hebben.
    Maar die volatiliteit vermindert snel wanneer je de populatie van zorgverstrekkers of het aantal leden van de ‘zorgteams’ vergroot. Dan komen ook meteen andere belangrijke factoren in beeld, waarmee we vandaag nog te weinig rekening houden, zoals de mate van onderlinge samenwerking, de vlotheid waarmee informatie uitgewisseld wordt, de inspanningen die geleverd worden om bepaalde interventies of resultaten meetbaar of vergelijkbaar te maken. 

Bekijk de HepIndex, het rapport en vooral de website van wat naderbij en je zal merken dat je in een nieuw paradigma van de zorg belandt. Het is een aanbevolen oefening voor al wie vindt dat kwaliteit van de zorg belangrijk is en niet langer ‘vrijblijvend’ kan zijn. Vandaag werken we nog vaak ‘ieder voor zich’. In dit materiaal vind je inspiratie om te weten waarop je moet letten, tegen morgen, wanneer vrijblijvend werken in de zorg niet langer zal kunnen.

Dirk BROECKX – 21 januari 2013

REAGEER

 

 


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect