Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

21/01/2012 - Incentives in plaats van Besparingen

In tijden van crisis moet men al eens in een andere richting durven kijken dan al de rest. Wanneer je aan het slippen bent, mag je ook niet naar de bomen langs de weg kijken; je moet je dwingen te blijven kijken naar de openingen tussen de bomen. Om dezelfde reden dwing ik mezelf niet over de voorliggende besparingsmaatregelen in de geneesmiddelensector te kniezen, maar totaal ‘out of the box’ alternatieven te bedenken.
Uit de cursus ‘creativiteit’ heb je onthouden dat je eerst moet denken aan het totaal tegenovergestelde. Dus: “Incentives in plaats van Besparingen”! Een ‘gezond’ verhaal, gericht op het bevorderen van de kwaliteit en de toegevoegde waarde.
Volg je even mee…


Een belangenanalyse


Vegen we het mentale bord eerst schoon? Het doel van de oefening is het belang van de overheid ‘matchen’ met het belang van de farma-bedrijven en apothekers (in grote lijnen):

Overheid
  • Geneesmiddelen toegankelijk houden.
  • Prijs en volume op een betaalbaar peil.
  • De kwaliteit van de zorg  behouden (of verbeteren).
  • Het (beperkte) budget alleszins respecteren.
  • 'Value for money' krijgen.
  Farma-sector
  • Rendabiliteit in stand houden…
  • ...met het oog op tewerkstelling, investeren in innovatie, ROI, enz.
  • Continuïteit en kwaliteit van de zorg garanderen.
  • Economische en organisatorische stabiliteit (en ‘voorspelbaarheid’).
  • 'Money for value' krijgen.

In eenvoudige woorden: geen gekke maatregelen of paniekvoetbal, maar in onderling overleg de kosten onder controle houden, het krappe budget respecteren en toch voor een faire prijs optimale farmaceutische zorg en voldoende innovatie kunnen leveren aan de patiënten.

Back to basics: een logisch opgebouwde redenering

De oplossing van het probleem zoek ik in een logisch onderbouwde redenering, gebaseerd op de definitie van het geneesmiddel en de manier waarop je het geneesmiddelengebruik  positief kan beïnvloeden.
Ik begin bij de definitie en de formule, die ik jaren geleden eens op papier heb gezet en die nog steeds dienst kan doen. Vervolgens spring ik over naar het KCE rapport over P4Q (Pay for Quality) en eindig bij enkele nieuwe inzichten over P4P (Pay for Performance).

De redenering beantwoordt achtereenvolgens deze vragen:

  1. Wat is een geneesmiddel en waar moeten we vooral op letten?
  2. Hoe kan je de balans tussen toegevoegde waarde en vergoeding verbeteren (‘value for money’)?
  3. Hoe kan je kwaliteit meten en vergoeden (aanbevelingen van het KCE rapport)?
  4. Hoe kan je gedrag positief beïnvloeden teneinde gewenste doelstellingen te bereiken? (Nieuw !)
  5. Micro en Macro koppelen
  6. Een synthese, met een ruwe schets van ‘plan van aanpak’.

1. Wat is een Geneesmiddel?

Vijftien jaar geleden, na het lezen van de definitie van Pharmaceutical Care (Hepler & Strand, 1994), bedacht ik volgende definitie van ‘een geneesmiddel’. Ze wordt sindsdien jaarlijks opgedist bij de start van de IFB Managementcursus:

Een geneesmiddel is een belangrijk onderdeel van een therapie, dat tot doel heeft de gezondheid en levenskwaliteit van de patiënt op peil te houden (preventie) en te verbeteren (genezing).

Het bestaat uit
– een stuk « hardware » (de actieve bestanddelen in hun galenische vorm) en
– een stuk « software » (de informatie nodig voor een rationeel en optimaal gebruik).
(De patiënt heeft beiden nodig om het gewenste gezondheidsvoordeel te bereiken).

Rationeel gebruik’ veronderstelt een verstandige, wetenschappelijk onderbouwde keuze.

Optimaal gebruik' veronderstelt therapietrouw, gebaseerd op een aan iedere patiënt aangepaste informatie en motivatie.

Het deel ‘hardware’ (het aanbod van producten, dus wat er uit de registratie komt) kan je op korte termijn niet fundamenteel veranderen. Het stuk ‘software’ kan je echter wel snel aanpakken, door sterke en positieve incentives in te bouwen voor meer rationeel en optimaal gebruik.

Zo ontstaat de idee om de besparingen niet aan te pakken via prijsdalingen (tenzij die ook voor de bedrijven in bepaalde klassen of gevallen logisch of aanvaardbaar zouden zijn), maar wel via bijsturing van marketing, voorschrijfgedrag, farmaceutische zorg en compliance.

Stap 1: Elke partner krijgt een gedragsverandering op het bord: de bedrijven op vlak van promotie van het rationele gebruik; de voorschrijvers door het aanmoedigen van doelmatig voorschrijven; de apothekers door het induceren van optimaal gebruik; de patiënten door het bevorderen van therapietrouw en ‘adherence’.

2. De balans tussen vergoeding en toegevoegde waarde: Value for Money

Het doel van gezondheidszorg is niet besparen, maar gezondheid produceren. Die uitspraak van Lieven Annemans heeft me vele jaren geleden geïnspireerd tot volgende eenvoudige formule om ‘value for money’ te definiëren in de farma sector:



In de teller de componenten waardoor we gezondheid produceren: zoveel mogelijk aan preventie doen (in de brede zin) en uit elk geneesmiddel dat voorgeschreven en afgeleverd wordt zoveel mogelijk positieve therapeutische resultaten halen. Anderzijds zoveel mogelijk nevenwerkingen of geneesmiddelengebonden problemen vermijden. De ‘treatment outcomes’ worden bevorderd door rationeel voorschrijfgedrag, therapietrouw en ‘adherence’, terwijl ‘adverse effects’ vermeden worden door ‘voortgezette farmaceutische zorg’, inclusief het opsporen van interacties, nevenwerkingen, dubbel medicatie gebruik, enz.

In de noemer zitten de kosten. Tot nu toe werd steeds verder druk gezet op de prijs per verpakking. Door het nieuwe vergoedingssysteem is het afleverhonorarium van de apotheker hiervan losgekoppeld. De aanvullende honoraria – die de apotheker eigenlijk zouden moeten vergoeden voor alle toegevoegde waarde die hij aanbrengt buiten het afleveren van verpakkingen – maken slechts 5% uit van de totale massa. Wil men de capaciteiten van de apotheker echt inschakelen en wil men hem een rol laten spelen in het ondersteunen van het rationeel en optimaal gebruik van medicatie, dan moet er dringend geld verschuiven van het deel afleverhonoraria naar het deel aanvullende honoraria.

Stap 2: Het beleid – zelfs in tijden van crisis – moet eigenlijk steeds gebaseerd zijn op het bijsturen van de elementen in deze formule. Het bevorderen van de dingen die in de teller staan kan slechts door de parameters in de noemer als incentives daarvoor te gebruiken. Vandaag is er geen enkel rechtstreeks verband (‘pay for performance’) tussen teller en noemer en dat moet dringend veranderen. Wachten ‘tot na de crisis’ is tijdverlies en contraproductief.


3. Kwaliteit meten en vergoeden: Aanbevelingen van het KCE rapport 118A (P4Q)

Ik citeer (bijna) letterlijk uit Rapport KCE 118A (‘Voordelen, nadelen en haalbaarheid van het invoerenvan ‘Pay for Qualchity’ programma’s in België’):

De voornaamste conclusie uit de literatuur is dat de resultaten sterk variëren van
programma tot programma: sommige P4Q programma’s hebben een groot positief effect op de kwaliteitsindicatoren, maar programma’s met een matig effect komen veel vaker voor. Negatieve resultaten op gebied van effect werden tot op heden nauwelijks aangetroffen en ook het aantal ongewenste effecten lijkt eerder beperkt te zijn.

Aanbevelingen:

  • Kwaliteit kan worden beoordeeld door structuur, proces evenals door tussentijdse uitkomstindicatoren op voorwaarde dat ze met ‘evidence’ worden ondersteund.

  • Iedereen die de kwaliteitsdoeleinden behaalt belonen en niet enkel zij die de beste resultaten halen. De financiële stimulans moet gericht zijn op alle zorgverstrekkers, zowel de individuele zorgverstrekker als de equipe.

  • De implementatie van een P4Q programma moet geleidelijk gebeuren (d.w.z. te beginnen met een beoordeling van de potentiële kosteneffectiviteit) en met pilootprogramma’s als toevoeging aan bestaande initiatieven voor kwaliteitsbevordering.

  • De voorkeur wordt gegeven aan nauwkeurige, gevalideerde en reeds beschikbare gegevens. Dit houdt in:
    -- een investering in IT ontwikkeling om een systeem op te zetten waarin gegevens automatisch uit het elektronische medische dossier worden gehaald.
    -- een auditsysteem om de kwaliteit van de gegevens te verzekeren, met boetes wanneer fraude wordt ontdekt.

  • Een monitorsysteem voor de totale invloed, de potentiële ongewenste gevolgen, de doeltreffendheid en kosteneffectiviteit met feedback voor zorgverstrekkers moet van bij de aanvang worden voorzien.

 Hoe kan je kwaliteit meten ?
Het rapport suggereert drie ‘niveaus’ waarop je (in afspraak met het terrein) kwaliteitsindicatoren kan vastleggen en opvolgen:
Structuur indicatoren
 (kwalificaties, uitrusting, accreditering...)

Proces indicatoren
 (het adequaat toepassen van regels over toegang tot de zorg en richtlijnen bij uitvoering ervan)

Resultaat indicatoren (prevalentie van ziekten, gezondheidsverbetering QALY’s en DALY’s...)

(Zie ook vorig artikel: ‘Doelmatigheid en Value-for-Money’)

En hoe kan je kwaliteit en toegevoegde waarde vergoeden?
Honorarium (per prestatie of aflevering)
Capitatie (per patiënt)
Forfait (per zorgverstrekker)

P4P / P4Q (een incentive per kwaliteitsindicator)

Zonder te complex te worden, bestaat een ideaal vergoedingssysteem uit een goed uitgebalanceerde mix van deze componenten, waarbij elk één of meerdere vormen kan aannemen.

Stap 3: Het terrein (zowel de industrie, de voorschrijvers en de apothekers) hebben er alle belang bij zelf gepaste indicatoren, bijhorende incentives en een gebalanceerde, motiverende mix voor te stellen. De crisis zorgt er momenteel wel voor dat iedereen gecrispeerd naar de effecten van de besparingen blijft staren, maar eigenlijk zouden we – net nù – volop moeten experimenteren en durven de producten, diensten en toegevoegde waarde op vlak van (geproduceerde) gezondheid naar waarde te doen vergoeden.


4. Gedrag sturen in de richting van kwaliteit: een dosis gedragswetenschappen

Dank aan Francis Arickx (RIZIV), die me in de goede richting stuurde, naar het artikel ‘Using the Lessons of Behavioral Economics to Design More Effective Pay-for-Performance Programs’ (Ateev Mehrotra, e.a.). Aan de hand van een eenvoudig praktijkvoorbeeld illustreren de auteurs hoe je principes van economische gedragswetenschappen kan toepassen op vergoedingssystemen en incentives voor P4Q of P4F.
Ziehier de belangrijkste aanbevelingen (maar lees bij gelegenheid ook het hele artikel; het loont de moeite!)



Deze aanbevolen ‘verbeteringen’ maken het mogelijk ‘perverse’ effecten en/of een gebrek aan motivatie te vermijden. Besparen zal alleszins minder pijnlijk zijn, indien men meteen een positief perspectief biedt, door kosteneffectief gedrag rond het voorschrijven, afleveren en gebruiken van geneesmiddelen te belonen.
Farmanet en de gegevens waarover de Controle- & Evaluatiedienst van het RIZIV beschikt, zijn voldoende snel en accuraat om de snelle ‘afrekening’ van incentives mogelijk te maken, zoals aanbevolen in het artikel.

Stap 4: De voorbeelden in het artikel tonen aan hoe je snel een reeks specifieke incentives zou kunnen ontwikkelen om de politieke doelstellingen achter de voorgestelde besparingsmaatregelen te realiseren. Onder gezamenlijke governance kunnen de bestaande gegevensstromen zorgen voor een vlotte rapportering en een overzichtelijke boordtabel voor alle betrokkenen.


5. Micro en Macro koppelen

Zoals in vorig artikel (‘Doelmatigheid en Value-for-Money’) ook reeds bepleit zou men nu de moed moeten hebben om het macro-objectief centraal te stellen.

Daarvoor zijn er ruim voldoende argumenten:

  • Een minimale economische stabiliteit garanderen aan de stakeholders
  • Een soepele maar toch veilige overgang mogelijk maken naar nieuwe P4P modellen (kwaliteitsindicatoren en incentives)
  • De tewerkstelling behouden (zonder groei leidt de automatische indexering van het personeel tot afdankingen).
  • De kwaliteit van de zorg kunnen garanderen, op basis van een voorspelbaar inkomen
  • Het risico vermijden dat men ‘teveel zal besparen’ wegens de te verwachten terugval in de consumptie door de algemene crisis / recessie
  • ...

Stap 5: Afzonderlijke budgetlijnen vastleggen voor bedrijven en apothekers op basis van de omzet van vorig jaar + een beperkte groei. Deze vormen de doelstellingen die wederzijds gegarandeerd worden. Niet meer en niet minder.
Door een snellere opvolging van de cijfers moet het mogelijk zijn binnen enkele weken na afloop van het jaar een behoorlijk nauwkeurige afrekening te maken. Via reservering en/of retributie zorgt men ervoor dat uitgaven en doelstelling met elkaar in overeenstemming worden gebracht vóór het afsluiten van het jaar.


6. Synthese: een 'out of the box' plan van aanpak

Geef elke groep van stakeholders (bedrijven, artsen en apothekers) een duidelijke en realistische begrotingsdoelstelling. Die wordt 'wederzijds gegarandeerd:

  • de stakeholders garanderen dat elke budgetoverschrijding prompt (= uiterlijk tegen het jaareinde) wordt terugestort of op een 'geblokkeerde rekening van een TTP (trusted 3th party; bvb. de tariferingsdiensten voor de apothekers en pharma.be/Febelgen voor de bedrijven; de kringen voor de artsen...).
  • de overheid garandeert dat men het totale bedrag (in 2012 sowieso extreem laag, door de verplichte besparingen) alleszins zal kunnen besteden via de volgende stappen.


Geef elke groep stakeholders de opdracht om een aanvaardbaar en onderling coherent voorstel uit te werken van indicatoren en incentives, waardoor de (gezondheids)politieke doelstellingen beter gerealiseerd worden. Een aantal daarvan moeten alleszins leiden tot rationeler gebruik, dus tot lagere volumes; anderen moeten optimaal gebruik ondersteunen. Het doel hiervan is de partIële begrotingsdoelstelling van de groep optimaal te benutten en te verdelen, teneinde maximale 'gezondheidsoutput' aan te moedigen.

Gebruik de volledige indexering als incrementele incentive voor het halen van (vooral) deze laatste soort doelstellingen. (Incrementeel = er zijn meerdere niveaus om een kwaliteitsparameter te halen, die recht geven op geen, ¼, ½, ¾ of de volledige indexering). Door de mogelijkheid tot volledige indexering en door een reeks extra incentives lijkt het er op dat men de uitgaven nog een pak doet stijgen. Maar elke overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet toch teruggestort worden. Dus de uitgaven zomaar doen stijgen, brengt voor de stakeholders binnen hun respectievelijk budget toch niets op.

Want de druk binnen elke groep bestaat er in dat, indien men het gedrag niet wijzigt, iedereen moet retribueren. Indien men zijn eigen gedrag echter wel wijzigt kan men dit al dan niet vermijden, maar komt men er binnen de groep in elk geval beter uit. Wie zijn gedrag het minst aanpast, betaalt dan immers het meeste terug.

Men gebruikt met andere woorden de crisis en de beperkte budgetten als incentive om in gezamenlijk overleg nieuwe modellen uit te werken en in te voeren.

Om over na te denken... En reageer gerust (met de rode knop bovenaan deze pagina)!

Dirk Broeckx – 21 januari 2012

 

Reacties:

Paul RABAU:
Heb met stijgende verwondering, maar meer nog bewondering, je artikel doorgelezen.
Fantastische voorstellen én uitdagingen.
Over de inhoud en stappen is ernstig na te denken, maar vooral zullen we tot actie moeten over gaan, bij ALLE zorgverstrekkers! Niet zomaar een botte afwijzing als reactie op besparingen, maar wel 'de koppen bij elkaar' en gezamenlijk voorstellen doen.
Ik hoop dat deze oefening ook bij de kinesitherapeuten zal gedaan worden. Wij gaan alvast lokaal je stappen / stellingen eens voorleggen aan de collega's en ze laten bespreken.

Peter MATTHYSSEN:
Mooie tekst, Dirk. Stuur je dit ook naar de desbetreffende kabinetten en de Apb-onderhandelaars?



‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect